"Voor zeer persoonlijke dienstverlening aan zelfstandige ondernemers, vrije beroepsbeoefenaren, verenigingen, stichtingen en particulieren."
Lid van het Register Belastingadviseurs.
SRA-Nieuwsbrief 2e kwartaal 2010
1. Werkkostenregeling: een doordachte keuze!
Het systeem van de (vrije) vergoedingen en verstrekkingen in de loonsfeer gaat in 2011 op de schop door de invoering van de ‘forfaitaire’ hwerkkostenregeling. Als werkgever krijgt u te maken met drie overgangsjaren. Per 1 januari mag u het huidige systeem handhaven, of maximaal 1,4% van de fiscale loonsom onbelast vergoeden en verstrekken aan uw werknemers. Wat is voor u de beste keuze? Een stappenplan.
Stap 1: inventariseer alle vergoedingen en verstrekkingen
Breng alle bestaande vergoedingen en verstrekkingen binnen uw bedrijf in kaart. Wat bent u bijvoorbeeld kwijt aan personeelsfeesten, verstrekt u producten uit uw bedrijf, heeft u een regeling voor bedrijfsfitness, vergoedt of verstrekt u fietsen of betaalt u meer dan € 0,19 p/km? De gegevens vindt u terug in uw boekhouding, het personeelshandboek, de individuele arbeidscontracten en aanvullende arbeidsvoorwaarden.
Stap 2: deel de kosten in
Na deze inventarisatie moet u per vergoeding of verstrekking bepalen of deze valt binnen het forfait van de werkkostenregeling. Een aantal kosten waarbij het zakelijk karakter overheerst, blijft buiten schot (gerichte vrijstellingen). Dat geldt bijvoorbeeld voor reiskostenvergoedingen (maximaal € 0,19 p/km), studiekosten en tijdelijke verblijfkosten. Andere kosten die niet onder de werkkostenregeling vallen, zijn onder andere relatiegeschenken en de auto van de zaak (inclusief bijbehorende kosten zoals parkeerkosten). Daarnaast zijn er kosten die wel onder de regeling vallen, maar waarvoor een nihilwaardering geldt.
Let op
Niet alle vergoedingen en verstrekkingen vallen straks onder de werkkostenregeling. Of de werkkostenregeling interessant voor u is, hangt af van de kostenvergoeding die u nu betaalt: welke vergoedingen/verstrekkingen zouden onder de regeling gaan vallen?
Stap 3: bepaal de loonsom
Vervolgens moet u de fiscale loonsom voor 2011 inschatten. U kunt bijvoorbeeld uitgaan van het totale bedrag aan brutoloon dat u het afgelopen jaar heeft uitbetaald aan uw werknemers. Houd vervolgens rekening met veranderingen die u nu al weet, zoals verwachte salarisverhogingen en personeelsuitbreiding of -krimping. Neem 1,4% van de loonsom en vergelijk dit bedrag met het totaalbedrag van de kosten dat onder de werkkostenregeling valt. In 2010 is voorgesteld om het percentage van 1,4% te verhogen naar 1,5%. Omdat we inmiddels te maken hebben met een demissionair kabinet, is nu niet duidelijk of deze verhoging doorgevoerd gaat worden.
Let op
Zijn de kosten lager, dan heeft u ruimte om nog iets extra’s onbelast te vergoeden of te verstrekken. Zijn de kosten daarentegen hoger, dan gaat de werkkostenregeling u extra geld kosten. Het meerdere is namelijk belast tegen 80% eindheffing. In dat geval is het verstandig om gebruik te maken van de overgangstermijn en die tijd te benutten om bepaalde vergoedingen en verstrekkingen te schrappen.
Stap 4: overleg met uw werknemers
Het kan zijn dat u door de werkkostenregeling bestaande arbeidsvoorwaarden moet aanpassen. Hiervoor heeft u in de meeste gevallen toestemming nodig van uw werknemers. Overleg daarom tijdig met uw werknemers en/of de ondernemingsraad. Ook is het verstandig om bij het afsluiten van nieuwe arbeidscontracten nu al rekening te houden met de komst van de werkkostenregeling.
Terug naar boven | Terug naar Nieuws
2. Hogere vergoeding bij kennelijk onredelijk ontslag
Bij kennelijk onredelijk ontslag kan een rechter bepalen dat u als werkgever een schadevergoeding moet betalen. De hoogte van de vergoeding wordt vaak bepaald met behulp van de kantonrechtersformule. Daarnaast hanteert een aantal gerechts-hoven de zogeheten XYZ-formule. De Hoge Raad heeft nu bepaald dat bij kennelijk onredelijk ontslag geen formule mag worden toegepast. Voor u als werkgever kan dit betekenen dat de ontslagvergoeding hoger uitpakt.
XYZ-formule
Net als bij de kantonrechtersformule wordt in de XYZ-formule gebruikgemaakt van een aantal factoren. Door deze factoren met elkaar te vermenigvuldigen, kan zo de uiteindelijke schadevergoeding worden berekend. De X-factor staat voor het aantal dienstjaren, de Y-factor is het laatstverdiende salaris en de Z-factor is een correctiefactor (meestal 0,5).
U heeft een ontslagvergunning?
Het ontslag van een werknemer gebeurt in de praktijk vaak door het aanvragen van een ontslagvergunning via het UWV Werkbedrijf. Heeft u als werkgever eenmaal die ontslag-vergunning, dan eindigt het arbeidscontract na de wettelijke opzegtermijn. Echter, als de werknemer zijn ontslag binnen zes maanden aanvecht bij de kantonrechter en hij krijgt gelijk, dan wordt u mogelijk alsnog een ontslagvergoeding opgelegd. De rechter kan namelijk bepalen dat sprake is van kennelijk onredelijk ontslag.
Kennelijk onredelijk ontslag
Er is sprake van kennelijk onredelijk ontslag als u bijvoorbeeld geen of een valse reden opgeeft, of wanneer de gevolgen van de opzegging voor de werknemer te ernstig zijn in vergelijking met het belang van de werkgever. In het laatste geval zal de rechter alle omstandigheden op het moment van ontslag in aanmerking nemen. Is er sprake van een arbeidsconflict en hebben beide partijen genoeg gedaan om dit op te lossen? Hoe lang heeft het dienstverband geduurd en hoe oud is de werknemer? Is de werknemer arbeids-ongeschikt geraakt door het werk en hebben beide partijen voldoende inspanningen geleverd om (passend) werk te vinden? Verder is ook nog van belang of er al een vergoeding is aangeboden en of sprake is van een afvloeiingsregeling en een sociaal plan.
Hogere ontslagvergoeding
Door een formule te gebruiken, worden alleen bepaalde factoren afgewogen en is de hoogte van de schadevergoeding hierdoor gemaximeerd. Volgens de Hoge Raad moet een rechter, bij het bepalen van de hoogte van de vergoeding, alle concrete omstandigheden en factoren meenemen en deze ook afzonderlijk afwegen. Bepalend is ook de aard en de ernst van het tekortschieten van de werkgever evenals de materiële en immateriële nadelen die de werknemer ondervindt. Een algemene formule is volgens de Hoge Raad daarvoor te globaal. Bovendien moet de uitspraak van de rechter inzicht verschaffen in de opbouw van de schadevergoeding.
Terug naar boven | Terug naar Nieuws
3. Welke uren tellen mee voor de ondernemersaftrek?
Demissionair minister De Jager van Financiën heeft onlangs aangekondigd dat de Belastingdienst bij de beoordeling van het urencriterium soepel om zal gaan met het aantal zogeheten indirecte uren in de crisisjaren 2009 en 2010. Een korte uitleg.
Alle zakelijke werkzaamheden tellen mee
Een ondernemer die voldoet aan het urencriterium kan in aanmerking komen voor de ondernemersaftrek (zoals bijvoorbeeld de zelfstandigenaftrek). Alle tijd die wordt besteed aan werkzaamheden verricht met het oog op de zakelijke belangen van de onderneming telt mee. Door de economische crisis zien veel ondernemers hun omzet dalen en het aantal opdrachten teruglopen. Het gevolg is een verschuiving van directe naar indirecte uren. De ondernemer zal immers meer tijd nodig hebben voor bijvoorbeeld acquisitie. De Belastingdienst zal dat makkelijker dan voorheen accepteren.
Directe en indirecte uren
In totaal moet de ondernemer aantoonbaar 1225 uren in de onderneming steken. Bewijs kan de ondernemer leveren door een urenadministratie bij te houden. De Belastingdienst maakt hierbij onderscheid in directe en indirecte uren.
Directe uren bestaan onder meer uit:
- Uren die bestaan uit de kerntaken van de ondernemer, zoals een journalist die interviewt of een metselaar die op de bouwplaats aan het werk is;
- Uren die zijn besteed aan woon-werkverkeer, cliëntbezoek, het maken van offertes etcetera.
Indirecte uren zijn niet toerekenbaar aan opdrachten. Ook is niet altijd duidelijk hoeveel tijd hieraan is besteed. Denk bijvoorbeeld aan acquisitiewerkzaamheden, het zelfstandig voeren van de administratie (boekhouding inclusief belastingaangiften), het aanvragen van vergunningen of het maken van een website. Ook deze uren tellen wel degelijk mee voor het urencriterium.
Starters
Ook voor starters geldt het urencriterium. Deze groep zal in verhouding veel tijd kwijt zijn aan de voorbereiding, het opstellen van een ondernemingsplan en het overleg met mogelijke financiers. Deze indirecte uren tellen eveneens mee voor het urencriterium.
Uitzonderingen
Tot slot is er aantal uitzonderingen op deze regels wanneer u:
- ondernemer bent, maar ook een dienstbetrekking heeft;
- arbeidsongeschikt bent (u komt mogelijk in aanmerking voor het verlaagde urencriterium);
- zwanger bent (geweest);
- een samenwerkingsverband heeft in bijvoorbeeld een man/vrouwfirma (zie hiervoor de vorige nieuwsbrief).
Terug naar boven | Terug naar Nieuws
4. Btw-aftrek van uw privéauto
Wanneer u als IB-ondernemer besluit om uw privéauto zakelijk te gebruiken, dan mag u voor alle zakelijke ritten € 0,19 per kilometer als autokosten opvoeren. De werkelijke autokosten, zoals de brandstof en het onderhoud, zijn door deze regel niet aftrekbaar van de winst. Maar wist u dat het zakelijk gebruik van uw privéauto wél aftrek-mogelijkheden biedt voor de btw?
Aftrekbare btw
Rekent u de auto voor de btw ook tot uw privévermogen, dan mag u de btw bij aanschaf niet in vooraftrek brengen. Maar wat dacht u van de btw op onderhoud, reparaties en benzine (hierna kortheidshalve gebruiks- en onderhoudskosten)? Enkele regels op een rij:
- Btw op de gebruiks- en onderhoudskosten is aftrekbaar voor zover u de auto gebruikt voor btw-belaste ondernemersactiviteiten.
- De zakelijke ritten blijken uit een kilometeradministratie.
- Wanneer er geen kilometeradministratie voorhanden is, mag u 75% van de btw op alle gebruiks- en onderhoudskosten aftrekken. Dit geldt dus ook voor de kosten van de privéritten!
Voorbeeld
U heeft een bedrijf gestart en besluit om privé een tweedehands auto te kopen die u ook zakelijk gaat gebruiken. De zakelijke kilometers kunt u nu tegen € 0,19 per kilometer als autokosten van de winst aftrekken. Aan de hand van de btw-administratie blijkt dat aan u € 800 aan btw is berekend voor benzine, onderhoud en reparaties. Wanneer u een kilometeradministratie bijhoudt, kunt u naar rato de btw aftrekken over de zakelijke kilometers in verhouding tot het totaal aantal gereden kilometers. Houdt u deze administratie niet bij, dan kunt u € 600 aftrekken van de btw, namelijk 75% van € 800 = € 600.
Let op
Wanneer u vermoedt dat u met uw privéauto hoofdzakelijk voor de onderneming rijdt, is het uiteraard verstandig om een kilometeradministratie bij te houden zodat u meer dan 75% van de btw kunt aftrekken!
Privéauto naar de zaak
U kunt besluiten de privéauto alsnog over te hevelen naar de zaak, maar dat is meestal niet zo voordelig. Bovendien kunt u de btw die u bij aankoop van de auto heeft betaald – als u de auto later naar de onderneming overhevelt - niet alsnog in aftrek brengen.
Terug naar boven | Terug naar Nieuws
5. Gehuwd in gemeenschap van goederen? Let op bij tbs-regeling!
Stelt u vermogensbestanddelen, zoals bijvoorbeeld een pand of geld, ter beschikking aan uw BV? Dan komt de terbeschikkingstellingsregeling om de hoek kijken. De huur en de rente, verminderd met de kosten, zijn belast in box 1 als resultaat uit overige werkzaamheden. Bent u in gemeenschap van goederen gehuwd, dan moet de helft van het resultaat aan u worden toegerekend en de helft aan uw echtgeno(o)t(e). Zo luidt althans het standpunt van demissionair minister De Jager van Financiën. De Hoge Raad heeft echter beslist dat die benadering niet goed is. Bijvoorbeeld in de volgende zaak:
Negatieve opbrengst uit terbeschikkingstelling
Een directeur-grootaandeelhouder (dga) was in algehele gemeenschap van goederen gehuwd en bezat alle aandelen in zijn holding-BV. De dga had de vordering op zijn BV in 2002 met € 42.500 afgewaardeerd. In zijn aangifte inkomstenbelasting gaf hij deze afwaardering aan als negatieve opbrengsten uit terbeschikkingstelling. De inspecteur vond dat de dga maar de helft van het afwaarderingsverlies in aanmerking mocht nemen. De andere helft zou bij zijn echtgenote in aftrek moeten komen.
De dga had een hoger inkomen dan zijn echtgenote en het was voor hem gunstiger om het afwaarderingsverlies volledig bij hemzelf in aanmerking te nemen. Uiteindelijk diende de zaak voor de Hoge Raad en deze nam de volgende beslissing:
Bestuursbevoegdheid is bepalend
Niet de gerechtigdheid tot de huwelijksgemeenschap, maar de bestuursbevoegdheid is bepalend voor de toerekening van het resultaat uit de terbeschikkingstelling. De reden is dat de vordering op naam van de dga stond: hij kon over de vordering beschikken en was hierover bestuursbevoegd. Hij is dan ook degene die het resultaat uit de geldlening geniet. Van de Hoge Raad mocht de dga het volledige afwaarderingsverlies in zijn aangifte inkomstenbelasting in aftrek brengen.
Standpunt minister
In diverse beleidsbesluiten is het standpunt opgenomen dat als een pand ter beschikking wordt gesteld aan de BV en partners zijn in algehele gemeenschap gehuwd, het resultaat uit de terbeschikkingstelling bij beide partners, ieder voor de helft, moet worden aangemerkt. We mogen aannemen dat dit ook geldt voor een geldvordering op de BV. Door de uitspraak van de Hoge Raad blijkt dit nu onjuist te zijn. Inmiddels is al reparatiewetgeving aangekondigd, maar zover is het nog niet. Ook is niet duidelijk of de wet dan met terugwerkende kracht wordt aangepast.
Terug naar boven | Terug naar Nieuws
6. Testament om erfbelasting uit te stellen
Er zijn verschillende redenen om een testament op te maken. Een daarvan is belastinguitstel. Regelt u niets, dan wordt de nalatenschap verdeeld volgens de wet. Veel mensen zijn niet op de hoogte van het feit dat dan de langstlevende mogelijk erfbelasting moet betalen over het erfdeel van de kinderen. Dit is extra zuur als er op dat moment niet voldoende geld voorhanden is. U kunt dit voorkomen met een testament.
Wettelijke verdeling
Zonder testament gaan alle bezittingen en schulden naar de langstlevende ouder. De kinderen krijgen hun erfdeel in de vorm van een niet-opeisbare vordering. Zij krijgen hun erfdeel dus pas na het overlijden van de langstlevende ouder. Toch is er mogelijk al wel erfbelasting verschuldigd over het erfdeel van een kind als deze meer bedraagt dan de vrijstelling voor kinderen. In 2010 is deze vrijstelling € 19.000. Omdat een kind alleen nog maar op ‘papier’ erft, is de langstlevende ouder wettelijk verplicht deze erfbelasting te betalen.
Tijdens een uitzending van Tros Radar bleek opnieuw dat veel mensen hier niet van op de hoogte zijn. Aan de hand van het verhaal van een weduwnaar werd pijnlijk duidelijk dat de langstlevende ouder financieel in de problemen kan komen. Het twee-trapstestament kan in deze situatie een oplossing bieden: de langstlevende hoeft dan geen erfbelasting over het erfdeel van de kinderen te betalen.
Twee-trapstestament
In deze testamentvorm wordt een “twee-trapsmaking” opgenomen. Op het moment dat de eerste ouder overlijdt, erft de andere ouder alles. Voor partners geldt een vrijstelling van € 600.000, dus als de nalatenschap onder de vrijstelling blijft, is er op dat moment geen erfbelasting verschuldigd. De kinderen worden echter wel als “verwachters” benoemd; zij verkrijgen na het overlijden van de langstlevende alsnog (een gedeelte van) de nalatenschap van de eerstoverledene. De kinderen ontvangen dus twee erfdelen: het erfdeel van de eerst overleden ouder en dat van de laatst overleden ouder. Omdat het om twee erfdelen gaat, heeft een kind voor ieder erfdeel recht op de vrijstelling van € 19.000. Over het meerdere is dan erfbelasting verschuldigd.
Het twee-trapstestament kan een goede oplossing zijn om erfbelasting uit te stellen. Toch blijkt dat deze testamentvorm niet altijd fiscaal gunstig uitpakt. De kinderen zijn soms méér erfbelasting verschuldigd dan wanneer al belasting is betaald over het erfdeel bij het eerste overlijden of wanneer een andere testamentsvorm zou zijn gekozen.
Let op
Een testament blijft maatwerk: uw persoonlijke situatie en de reden waarom u een testament laat opmaken, spelen daarbij een belangrijke rol.
Terug naar boven | Terug naar Nieuws
7. Pas op met renteloze lening aan uw kind
In het verleden konden ouders geld lenen aan hun kinderen zonder daar rente voor te vragen. Om geen schenkingsrecht te hoeven betalen, moest deze lening ‘direct opeisbaar’ zijn. Vanaf 2010 is deze gunstige mogelijkheid onder de vernieuwde Successiewet vervallen. Er is echter een alternatief!
Het schenken van rente
De huidige situatie rondom renteloze leningen is grondig veranderd. Wanneer een ouder in 2010 renteloos leent aan kinderen, ziet de fiscus dit als een schenking waarbij de ouders 6% rente ‘schenken’ aan hun kinderen. Fictieve rente heet dit. Dit geldt ook voor leningen die vóór 1 januari 2010 zijn verstrekt. Bij een renteloze lening van € 10.000 betekent deze regeling dus een fictieve schenking van € 600. Gelukkig hoeft het kind hierover geen schenkbelasting te betalen, omdat dit bedrag binnen de jaarlijkse schenkingsvrijstelling valt van € 5.000. Bij meerdere leningen op jaarbasis is de vrijstelling echter al snel bereikt en over het meerdere moet dan worden afgerekend met de fiscus. Ook bij hogere leningen wordt het een ander verhaal.
Alternatief 1: van renteloos naar rentedragend
Een oplossing is om de renteloze lening om te zetten in een lening met een rente van 6%. Een andere mogelijkheid is dat de direct opeisbare lening wordt omgezet in een niet-direct opeisbare lening met een opzegtermijn van een jaar of langer. In dat geval is het voldoende om een zakelijke (marktconforme) rente te berekenen. Deze kan dus ook lager zijn dan 6%.
De rente die de kinderen aan hun ouders betalen, is voor de kinderen aftrekbaar van hun belastbaar inkomen wanneer zij het geld gebruiken voor de eigen woning. In andere gevallen is de lening een schuld in box 3 en is de rente niet afzonderlijk aftrekbaar. Wordt de lening gebruikt voor de onderneming van een kind, dan behoort de lening tot het ondernemings-vermogen van het kind.
De ouders hoeven in de meeste gevallen de rente-inkomsten niet apart op te geven. Zij moeten de lening als vordering in box 3 aangeven. De ouders zouden vervolgens de ontvangen rente weer terug kunnen schenken voor zover dit bedrag valt binnen de schenkingsvrijstelling.
Alternatief 2: maak gebruik van de schenkingsvrijstellingen
U kunt ook een bedrag aan uw kinderen schenken in plaats van lenen. Voor 2010 bedraagt de schenkingsvrijstelling € 5.000. Dit bedrag kan eenmalig maximaal verhoogd worden tot
€ 24.000 voor kinderen tussen de 18 en 35 jaar. Let op dat de verhoogde vrijstelling maar één keer kan worden benut, ook als deze maar gedeeltelijk wordt gebruikt. Het is dus verstandig het maximale bedrag te schenken.
De verhoogde vrijstelling mag nog eens extra worden verhoogd tot € 50.000, wanneer de schenking wordt besteed aan de aankoop van een eigen woning of ter bekostiging van een dure studie of opleiding. Dit moet dan wel in een notariële akte worden vastgelegd en er gelden aanvullende voorwaarden.
Let op: Van de (extra) verhoogde vrijstelling moet u aangifte schenkbelasting doen.
Terug naar boven | Terug naar Nieuws
8. Rittenregistratie om bijtelling te voorkomen
Wie gebruik maakt van een auto van de zaak, wordt al gauw geconfronteerd met de bijtelling. Deze is te voorkomen door te bewijzen dat met de auto op jaarbasis niet meer dan 500 km privé is gereden. Het bewijs kan worden geleverd met een sluitende rittenregistratie. Wat is nu precies een sluitende rittenregistratie?
Sluitende rittenregistratie
Om te kunnen aantonen hoeveel het privégebruik van een auto van de zaak is, moet u in de rittenregistratie het volgende vermelden:
- het merk, type en kenteken van de auto;
- de periode waarin de auto ter beschikking stond;
- de ritgegevens. Een rit is de enkele reisafstand om van de ene naar de andere plaats te komen.
Informatie per rit
Van elke rit moet de bestuurder vermelden:
- de datum;
- de begin- en eindstand van de kilometerteller;
- de adressen van vertrek en aankomst. Als hij vanaf het werkadres naar een afspraak rijdt en daarna weer terug, moet hij de aankomst- en vertrekadressen van zowel de heen- als de terugreis noteren, bij voorkeur inclusief de postcodes;
- de route die hij heeft gereden, als hij niet de meest gebruikelijke route heeft genomen;
- of het een privé- of een zakelijke rit is.
- De privéomrijkilometers bij een rit met een gemengd karakter. Er is sprake van een rit met een gemengd karakter als de bestuurder tijdens de rit zowel zakelijke als privékilometers rijdt.
Aanvullende tips
- Vul de route alleen in als die afwijkt van de gebruikelijke route.
- Vul het bezoekadres in als het gaat om een zakelijke rit of als het gaat om een rit met een gemengd karakter. Het bezoekadres is in beide gevallen het zakelijke adres dat u bezoekt.
- Vul in of de rit privé was. Het karakter van een rit wordt uitsluitend bepaald door het doel van de rit. Als de bestuurder tijdens zijn werk bijvoorbeeld een bezoek aan de dokter brengt en daarbij de auto gebruikt om tijd te besparen, geldt dit als een privérit.
- Vul het aantal privéomrijkilometers in als er sprake is van een rit met een gemengd karakter.
Tip
Een jubileum van de werkgever en een personeelsfeestje gelden als zakelijke rit.
Bewaar bewijsmateriaal
De juistheid van een kilometeradministratie kan worden gecontroleerd aan de hand van bijvoorbeeld kantooragenda's, orderbriefjes, garagenota's en elektronische routeplanners. Het is zelfs deels verplicht om deze informatie te bewaren; de Belastingdienst kan hierom vragen.
Tip
Gebruik software om uw rittenregistratie bij te houden, zoals een Black-Box-systeem. Dit vrijwaart u niet van het verzamelen van onderliggend bewijs, maar maakt het bijhouden van een rittenadministratie een stuk eenvoudiger.
Terug naar boven | Terug naar Nieuws
Tips nieuwsbrief 2e kwartaal 2010
1. Extra belastingaftrek voor elektrische personenauto’s (Ondernemer Werkgever DGA)
Dit jaar is een extra belastingaftrek voor elektrische personenauto’s mogelijk. Deze auto wordt met terugwerkende kracht tot 1 januari 2010 onder de Milieu-investeringsaftrek (MIA) gebracht. Door de extra fiscale tegemoetkoming voor elektrische auto’s wordt het voor ondernemers aantrekkelijker om te investeren in een schone auto van de zaak. Het bedrag dat de ondernemer mag aftrekken, is afhankelijk van het model en type auto en kan 40, 30 of 15 procent van de aanschafwaarde van de auto zijn. De bedragen staan in de milieulijst (www.senternovem.nl/VAMIL_MIA/milieulijst). Al eerder was bekend dat vanaf 2010 zeer zuinige personenauto's (waaronder elektrische auto's) in aanmerking komen voor de kleinschaligheidsinvesteringsaftrek (KIA). De KIA en MIA mag de ondernemer combineren.
2. Omscholingsbonus aantrekkelijker (Werkgever)
Nu kan een werkgever de omscholingsbonus alleen nog krijgen voor een nieuwe werknemer die maximaal vier weken werkloos is geweest. Straks kan een werkgever de bonus ook ontvangen voor een werknemer bij wie de periode tussen zijn oude en huidige dienstbetrekking ten hoogste drie maanden is. Dit is het plan van demissionair minister Piet Hein Donner (Sociale Zaken), die vindt dat er nu te weinig gebruik wordt gemaakt van de bonus. Met de omscholingsbonus moeten meer werkgevers gestimuleerd worden om mensen in dienst te nemen die kort werkloos zijn en extra opleiding nodig hebben voor de nieuwe functie.
3. Belastingbrieven worden vriendelijker (Alle belastingplichtigen)
De toon van de belastingbrieven wordt vriendelijker. Demissionair minister De Jager van Financiën stoort zich aan de toonzetting. De Belastingdienst heeft duizenden verschillende standaardbrieven. Er worden elk jaar 150 miljoen documenten verstuurd. De eerste ‘vriendelijke’ brieven moeten deze zomer al worden verstuurd. Het gaat dan bijvoorbeeld om de brief bij het starten van de onderneming. Vanaf volgend jaar kunt u ook een ‘vriendelijke’ aangiftebrief verwachten.
4. Jacht op zwartspaarders opnieuw verscherpt (Alle belastingplichtigen).
De Belastingdienst mag van de Hoge Raad een langere navorderingstermijn gebruiken bij de jacht op Nederlandse zwartspaarders in het buitenland. De dienst hanteerde al een verlengde navorderingstermijn en de Hoge Raad heeft dit met zijn uitspraak nu bevestigd. De fiscus mag maximaal twaalf jaar de tijd nemen om buitenlandse tegoeden op te sporen. Bovendien heeft het ministerie van Financiën beslist dat inkeerders per 1 juli 30 procent boete moeten betalen in plaats van de huidige 15 procent.
5. Meldingsplicht bij collectief ontslag (Werkgever)
Minister Piet Hein Donner (Sociale Zaken) past een wet aan om het omzeilen van collectieve ontslagen te voorkomen. Dit betekent dat bedrijven bij ontslag van twintig of meer werknemers in de toekomst altijd de vakbonden moeten inlichten, ongeacht de ontslagroute. Nu omzeilen bedrijven wel eens de meldingsplicht door individuele afspraken te maken met werknemers over beëindiging van het contract in onderling overleg.
6. Alsnog vergoeding voor veiligheid kleine bedrijven (Ondernemer BV)
Ondernemers die op basis van de regeling Veiligheid Kleine Bedrijven (VKB) tot 31 januari 2010 hebben geïnvesteerd in veiligheidsmaatregelen krijgen alsnog subsidie tot maximaal
€ 10.000. Ondernemers die in 2009 een aanvraag hebben ingediend en in aanmerking komen voor subsidie maar nog geen investeringen hebben gepleegd, komen in aanmerking voor de subsidieregeling van 2010 en worden financieel ondersteund tot maximaal € 1.000. Meer informatie is te vinden op de website www.stavoorjezaak.nl.
7. Lopende schadepolissen per 1 maart dagelijks opzegbaar (Alle belastingplichtigen)
Vanaf 1 maart 2010 kan iedereen zijn lopende schadeverzekering dagelijks opzeggen met een opzegtermijn van één maand, nadat de contractvervaldatum is verstreken. Daarmee is een einde gekomen aan de stilzwijgende verlenging van schadeverzekeringen. Maatschappijen moeten hun klanten voortaan tijdig melden op welke datum de polis afloopt. De nieuwe regeling is van toepassing op de meeste schadeverzekeringen, zoals bijvoorbeeld auto-, inboedel- en reisverzekeringen. Verzekeraars die niet zijn aangesloten bij het Verbond van Verzekeraars hebben geen verplichtingen. Onder andere telefoon-verzekeraars en kredietbeschermers kunnen nog altijd stilzwijgend contracten verlengen.
8. Belastingdienst verscherpt controles deponeringsplicht (DGA BV)
De Belastingdienst gaat door met de intensieve controle op de naleving van de deponerings-plicht. Vorig jaar werden 1.061 bedrijven onderzocht. Dit is een verdubbeling ten opzichte van 2008. Tegen 547 van de onderzochte rechtspersonen werd proces-verbaal opgemaakt. Alle BV's en NV's zijn verplicht om jaarlijks hun jaarrekening te deponeren bij de Kamer van Koophandel. Wordt de jaarrekening niet op tijd gedeponeerd, dan riskeert u een boete. Bovendien wordt u als bestuurder snel persoonlijk aansprakelijk gesteld als de BV failliet gaat. Lever daarom tijdig uw stukken aan bij uw SRA-Accountant.
9. Dividendnota's dga vervallen (DGA BV)
Minister De Jager van Financiën heeft besloten dat uitreiking van de dividendnota achterwege kan blijven bij dividenduitkeringen aan een directeur-grootaandeelhouder (dga). Een dividendnota is ook niet langer verplicht wanneer inhouding van dividendbelasting achterwege blijft in het geval dat de deelnemingsvrijstelling van toepassing is of als er sprake is van een fiscale eenheid. De overige dividendnota´s mogen voortaan elektronisch worden verstrekt.
10. Opnieuw verlenging van deeltijd-WW (Werkgever)
De deeltijd-WW wordt opnieuw verlengd, maar dan wel beperkt. Alleen bedrijven die niet eerder een beroep hebben gedaan op werktijdverkorting of deeltijd-WW, kunnen na 1 april 2010 een aanvraag doen. Sectoren die vanwege langlopende opdrachten nog hinder ondervinden van de economische crisis worden hiermee tegemoetgekomen. Deze sectoren lopen namelijk het risico pas later in 2010 geconfronteerd te worden met de nadelige gevolgen van de crisis. De looptijd van de regeling eindigt op 1 juli 2011.
11. Nieuwe innovatievouchers beschikbaar (Ondernemer BV)
Met de subsidieregeling innovatievouchers kunnen ondernemers in het Midden- en Kleinbedrijf (MKB) onderzoek laten doen door bijvoorbeeld kennisinstellingen. In totaal zijn er dit jaar 6.200 publieke en 2.000 private vouchers aan te vragen. Met een innovatievoucher kunt u een kennisvraag over het vernieuwen van een product, proces of dienst laten beantwoorden. De regeling wordt uitgevoerd door Agentschap NL. Dit is de nieuwe naam van Senternovem. Informatie over de regeling vindt u terug op de site www.agentschapnl.nl/innovatievouchers.
12. Sociale verzekeringen: nieuwe Europese verordening (Werkgever)
Als u te maken heeft met werknemers die in een ander EG-land wonen dan ze werken, dan moet u in veel gevallen de verordening voor sociale verzekeringen (EG-verordening 1408/71) toepassen om te bepalen in welk land de werknemer sociaal verzekerd is. Hiermee wordt voorkomen dat een werknemer niet of juist dubbel verzekerd is. De huidige verordening wordt in mei aanstaande vervangen door een nieuwe verordening (883/04). Hierdoor kunnen wijzigingen optreden in het land waar de werknemer sociaal verzekerd is. Zo is in de nieuwe verordening bepaald dat, als een werknemer in verschillende landen werkt, hij alleen in het woonland sociaal verzekerd is als hij minimaal 25 procent van zijn tijd in dat land werkt. Het is voor u van belang na te gaan of dit voor uw personeel van invloed is.
Disclaimer
Hoewel bij het samenstellen van de inhoud van deze site de uiterste zorg is nagestreefd, wordt iedere aansprakelijkheid uitgesloten voor onjuistheden, onvolledigheden en eventuele gevolgen van het handelen op grond van informatie die op of via deze site (links) beschikbaar is.
Although at composing the contents of this site the extreme care has been pursued, every liability is excluded for inadequacies, incompletions and possible impact of acting on the basis of information which is on or by means of this site (links) available.